Een ijzersterke mist
Eerste najaarsnevel boven de sloot
|
tussen spoorbaan en snelweg
|
wordt nu het zwijgen opgelegd.
|
Het lijkt blijvend door afwezigheid
|
van wind. Het is ijl en standvastig.
|
Waarom trekt dit versterven meer
|
dan bloesemtak of eerste sneeuw?
|
Alle begin verheldert, roept beelden op
|
van eerdere aanvang die te snel verliep
|
om dicht te slibben, tijdstippen
|
met de gedegen zwaarte van een eeuw.
|
Maar deze nevel laat geen modder na,
|
wekt geen verwachting, lost slechts op
|
en laat toch in 't voorbijgaan weten
|
dat wij nog niet, nog lange niet,
|
Wie niet vlucht raakt ingedut, 2009)
|
|