Maria van Berckel (1632 – 1706)

Het tragische leven van Maria van Berckel

Tegenwoordig kennen we haar nauwelijks nog, maar in de 17de eeuw wisten de meeste Nederlanders wel wie Maria van Berckel was. Er was veel bewondering voor de echtgenote van Cornelis de Witt. Ze genoot aanzien vanwege haar intelligentie en haar vermogen de stemming in het land aan te voelen. Haar dood riep naast verdriet ook mededogen op. Want wát had ze een tragisch leven gehad.

‘Een vrouw van zeldzame hoedanigheden’, zo omschreef de schrijver Emanuel van der Hoeven haar. Hij was een tijdgenoot van Maria en had haar persoonlijk gekend. Hij roemde haar ‘louter verstand’ en haar ‘vaardig oordeel’. Eigenschappen die ze als echtgenote van Cornelis de Witt ook wel nodig had. Cornelis was de broer van raadpensionaris Johan de Witt en kreeg veel bestuurlijke taken toegewezen. In Maria had Cornelis een vrouw gevonden die met hem meedacht. Ze was goed op de hoogte van wat er speelde en trad op als plaatsvervanger als haar man van huis was.

Een spannende dag
Op sommige momenten reikte haar invloed nog verder. Bijvoorbeeld tijdens een incident op 29 juni 1672, het Rampjaar. Een opgewonden, agressieve meute stond voor de Dordtse woning van Maria en Cornelis. Het waren aanhangers van de prins van Oranje, Willem III. Ze eisten dat de prins stadhouder van de Republiek zou worden.
De groep wachtte ongeduldig op de stadssecretaris Muys van Holy, die het huis van Cornelis en Maria was binnengegaan. Muys van Holy probeerde Cornelis over te halen een document te ondertekenen. Dat document maakte voor de prins de weg vrij om stadhouder te worden.
Alle Dordtse stadsbestuurders hadden eerder die dag het document ondertekend. Nu moest alleen Cornelis dat nog doen. Die voelde er niets voor. De Republiek deed het al twintig jaar zonder stadhouder en hij wilde dat graag zo houden.

Maria grijpt in
Maria keek met bezorgde blik naar de opgewonden menigte in de straat. De spanning in de Republiek liep op door de oorlog. De Franse koning Lodewijk XIV was het land binnengetrokken, volgens de Orangisten was dat de schuld van regenten als Johan en Cornelis de Witt. De sfeer in Dordrecht was daardoor steeds meer Oranjegezind geworden.
Wat als deze meute hun huis zou binnendringen en alles kort en klein zou slaan, dacht Maria. Andere regentenfamilies was dat al overkomen. Ze vond daarom dat Cornelis het stuk moest ondertekenen. Ze dreigde dat zij met haar kinderen het huis zou verlaten als hij dat niet deed. Zo kreeg ze haar man zover om toch zijn handtekening te plaatsen – al deed hij dat niet van harte.
Meteen nadat Cornelis had getekend, werd duidelijk dat Maria’s inschatting van de situatie de juiste was geweest. Op straat werd het weer rustig. En wat Cornelis er ook van vond, drie dagen later was prins Willem III de nieuwe stadhouder van de Republiek.

Een dramatische ontknoping
Een paar weken later, op 20 augustus 1672, stond Maria echter machteloos. Het was de dag waarop Johan en Cornelis op gruwelijke wijze werden vermoord voor de Gevangenpoort in Den Haag. Een beruchte gebeurtenis in onze vaderlandse geschiedenis. Een kantelmoment in Maria’s leven.
Waar ze op dat moment was, is niet bekend. Er zijn aanwijzingen dat ze per trekschuit onderweg was naar Den Haag en dat haar ter hoogte van Rijswijk werd verteld dat haar man en zwager waren omgekomen. Ze zou daarna teruggereisd zijn naar Rotterdam, waar ze familie had wonen.
Maria had angstdromen in deze periode, die ze heeft opgeschreven en die bewaard zijn gebleven. Die dromen maken duidelijk dat ze vreesde voor het lot van haar gezin. Een van die nachtmerries had ze in de nacht van 19 op 20 augustus 1672, een paar uur voordat Cornelis vermoord zou worden.
Des te opmerkelijker is het, dat ze haar hoofd koel wist te houden in de dagen na het drama. Doortastend nam ze maatregelen om de rest van haar familie niet verder in gevaar te brengen. Uit een bewaard gebleven brief blijkt dat ze haar schoonzuster diezelfde avond nog waarschuwde om vooral niet opzichtig te rouwen. Hoe minder aandacht de familie op zich vestigde in deze tijden van haat tegen de regenten, hoe beter.

Jacobs vlucht
Een andere maatregel betrof haar oudste zoon Jacob (1653 – 1675), een 19-jarige student in de rechten. Maria besefte dat de volkswoede zich ook tegen hem kon keren. Daarom nam ze het drastische besluit om hem het land uit te sturen.
Nooit zou ze haar zoon meer terugzien. Jacob reisde via Duitsland naar Genève en belandde in het Italiaanse Padua, waar hij verder studeerde en in 1675 promoveerde. Een paar maanden later woonde hij in Wenen, waar hij plotseling ernstig ziek werd. Jacob had de kinderpokken opgelopen en overleed ter plekke.
Maria was na Cornelis’ dood in haar geboortestad Rotterdam gaan wonen. Daar probeerde ze het verlies van haar echtgenoot én haar oudste zoon te verwerken. Dat zal haar niet gemakkelijk zijn gevallen, want de dood blééf maar opduiken in haar leven. Maria verloor nog meer kinderen. Uiteindelijk zou ze vier van haar vijf kinderen overleven. Haar zoon Johan werd niet ouder dan 26, haar dochter Maria slechts 17.

Johan junior en Wilhelmina
Betere tijden braken aan toen Maria in 1687 weer in Dordrecht ging wonen. Daar trouwde haar jongste dochter Wilhelmina met Johan de Witt junior, zoon van de vermoorde raadpensionaris. Het paar kreeg kinderen en zo kon Maria toch nog meemaken hoe het was om kleinkinderen te hebben.
Aan deze gelukkige episode kwam een einde toen ook deze dochter haar werd ontnomen. In 1701 bezweken Wilhelmina en haar echtgenoot kort na elkaar, binnen een week, aan een besmettelijke ziekte. Het enige wat Maria nog kon doen, was zich over haar verweesde kleinkinderen ontfermen. Ze was toen al een jaar of zeventig.
Alleen dochter Anna was nog in leven toen Maria zélf in 1706 kwam te overlijden. Ze werd met veel eerbetoon in de Grote Kerk van Dordrecht begraven. De stad rouwde om de zeer gerespecteerde weduwe van Cornelis de Witt. Maria werd geroemd vanwege haar standvastige karakter maar ook, omdat ze zo moedig al het verdriet had gedragen dat haar was overkomen.

 

Meer lezen over Maria van Berckel?

Boeken:

  • Dochters van Dordrecht van Saskia Lensink, in 2020 uitgegeven bij Liverse, ISBN 97894 92519 47 4
  • Vrouwen uit de Nederlandse Geschiedenis samengesteld door Els Kloek (lemma 307), uitgeverij Van Tilt, ISBN 978 94 6004 141 9

Websites: